Bloedgroep

Bloedgroepen onverdraaglijkheid bij katten

 

 

Iedere fokker zal inmiddels wel weten dat een nestje fokken niet altijd rozengeur en maneschijn is. We hopen allemaal dat de pasgeboren kleintjes uit zullen groeien tot mooie, gezonde kittens. Maar helaas. Dat gebeurt niet altijd. Het gebeurt geregeld dat een kitten in het nest al vrij snel overlijdt, zonder aanwijsbare reden. We noemen dit het Fading Kitten Syndrome. En zoals de meeste fokkers ondertussen weten, kan dit veroorzaakt worden door bloedgroepen onverdraagzaamheid, oftewel Feline Neonatale Isoerythrolysi, kortweg FNI genoemd.

Katten hebben – voor zover bekend – de volgende bloedgroepen:

A/A     Bloedgroep A, homozygoot verervend, geeft dus alleen A door. 

A/B      Bloedgroep A, heterozygoot verervend, dus drager van bloedgroep B 

B/B      Bloedgroep B 

Bloedgroep A is de dominante bloedgroep maar ondertussen zijn er ook in de Ragdoll rassen vele dieren met bloedgroep B en is het dus zeker van belang de bloedgroep van onze fokdieren te kennen.

We kunnen de bloedgroep van de kat testen door bloed- of DNA onderzoek.

Door onderzoek en ervaring weten we dat een poes met bloedgroep A door alle katers gedekt kan worden ongeacht hun bloedgroep zonder risico op bloedgroepen onverdraagzaamheid.

Wanneer de poes bloedgroep B heeft zou een dekking door een kater met bloedgroep A of A/B wel een risico op FNI opleveren.

Nu kunnen we natuurlijk de makkelijkste weg nemen en poezen met bloedgroep B alleen laten dekken door katers met bloedgroep B, echter om de genenpoel zo breed mogelijk te houden is dit niet de enige oplossing.

Doordat een poes met bloedgroep B anti stoffen kan aanmaken tegen bloedgroep A en de darmpjes van de kittens de eerste 16 tot 24 uur na de geboorte penetreerbaar zijn kunnen via de moedermelk de anti stoffen tegen bloedgroep A in de bloedsomloop van alle kittens terecht komen, ook de kittens uit deze combinatie die van papa bloedgroep A hebben geërfd. Deze kittens krijgen dus te maken met de bloedgroepen onverdraagzaamheid (FNI).

Kenmerken van FNI zijn rood- of roodbruin gekleurde urine, zwakte, geelzucht, geen zin om te drinken. Bloed van een kitten is natuurlijk niet zo gemakkelijk af te nemen, want het kitten heeft nog niet zoveel bloed. Een tip: de placenta! Hierin zit wellicht voldoende bloed om de bloedgroep te kunnen bepalen. Wanneer we meteen na de geboorte de bloedgroep van het kitten zouden bepalen hoeven we alleen de kittens met bloedgroep A op onderstaande wijze te behandelen.

Wat kunnen we doen als we weten dat we een poes met bloedgroep B  door een kater met bloedgroep A of A/B hebben laten dekken.

Voorkomen is natuurlijk beter dan genezen. Bij de kittens van een B-poes en een A of A/B kater weten we al zeker dat bloedgroepen onverdraagzaamheid kan optreden. We moeten dus zorgen dat de kittens (Indien bloedgroep kitten bekend alleen de kittens met bloedgroep A) gedurende de eerste 16 tot 24 uur niet of nauwelijks bij moeder drinkt.. We gaan de kittens dus de eerste 16 tot 24 uur na de geboorte zelf voeden met nagemaakte moedermelk. Doe dit door de kittens elke 2 uur 1 tot 2 cc kunstmelk te voeden met een spuitje of voedingssonde. Na de eerste 16 tot 24 uur kun je dit afbouwen en geef je bv nog een dag elke 3 uur 1cc  kunstmelk en daarna alleen nog bijvoeren indien de kittens niet voldoende in gewicht aankomen. Door zelf de urine te stimuleren middels het met een lauw vochtig watje zachtjes over de schaamstreek te wrijven kun je controleren of deze mooi helder blijft.

Er bestaan verschillende meningen over de vraag of we de kittens helemaal moeten beletten om bij de moeder te kunnen drinken. Aan één kant beperkt dit het risico op problemen tot een absoluut minimum maar aan de andere kant verstoort het misschien de moeder kind relatie. Verscheidene fokkers voedden de kittens elke 2 uur en gaan ervan uit dat als ze zorgen dat het kitten geen honger heeft het slokje wat er misschien ook bij mama gedronken wordt verwaarloosbaar is. Wanneer u hiervoor kiest is het essentieel om de kleur van de urine nauwlettend in de gaten te houden. Mocht deze donkerder worden of mocht het kitten andere symptomen van FNI vertonen dan moet u het kitten meteen bij de moeder weghalen en alleen nog de kunstmelk voeren tot alle symptomen van een eventueel FNI verdwenen zijn.

Ook over de periode van zelf voeden verschillen fokkers en andere deskundigen van mening, voor deze richtlijn hebben wij ervoor gekozen een termijn van 16 tot 24 uur aan te houden als minimum en maximum.